Verwarring over pensioensleeftijd - reactie fondsen

Reacties

Wat als je de AOW-leeftijd bereikt hebt, maar je pensioen nog niet is ingegaan? Radar besteedt tijdens de uitzending van 6 mei aandacht aan het gat tussen de AOW en het pensioen. We vroegen verschillende pensioenfondsen om reactie.

Reactie pensioenfonds Rail & OV

"De datum waarop iemand zijn AOW ingaat, is afhankelijk van zijn/haar geboortedatum. Hierbij stijgt de AOW-datum de komende jaren gestaag. Op dit moment is de AOW-datum 67 jaar.  

De datum waarop een deelnemer bij Rail & OV het pensioen in laat gaan, kan hij/zij zelf kiezen. Dat kan de AOW-datum zijn, maar is dat in de praktijk veelal niet. Circa de helft van de deelnemers bij Rail & OV gaat eerder met pensioen.

Rail & OV hanteert voor alle deelnemers, jong en oud, dezelfde pensioenrekenleeftijd van 68 jaar. Dit zorgt voor een evenredige pensioenopbouw en premieheffing voor alle deelnemers. En het voorkomt dat een deelnemer volgens de regels van de belastingdienst meer pensioen opbouwt dan is toegestaan.

Maar voorop staat dat elke deelnemer zelf kiest wanneer hij of zij met pensioen gaat.

Als een deelnemer van Rail & OV eerder of later met pensioen wil gaan, dan wordt het pensioen vanaf de pensioenrekenleeftijd (68 jaar) omgerekend naar de gewenste pensioenleeftijd. Bij Rail & OV kunnen deelnemers met behulp van de zogeheten pensioenplanner eenvoudig inzicht krijgen in de effecten van dit vervroegen of uitstellen van hun pensioen."

Reactie Pensioenfonds Vervoer

"Elke pensioenregeling heeft een reglementaire pensioenleeftijd. Deze leeftijd geeft aan tot welke leeftijd je maximaal pensioen op kunt bouwen. De cao-partijen die afspraken maken over de pensioenregeling die Pensioenfonds Vervoer uitvoert, wilden in ieder geval dat deelnemers pensioen opbouwen tot de AOW-leeftijd. Daarom hebben zij ervoor gekozen aan te sluiten bij (destijds) artikel 18a van de Wet op de loonbelasting 1964. De leeftijd die daaruit volgt is 68 jaar. Deze leeftijd heeft een fiscale basis. De fiscus wil niet dat mensen onbeperkt pensioen op kunnen bouwen, omdat over de inleg geen belasting wordt betaald.  

Die maximale leeftijd van die opbouw ligt boven de AOW-leeftijd. Als de AOW-leeftijd opschuift, schuift ook de maximale leeftijd voor de opbouw van pensioen op. Vandaar dat de wettelijke leeftijd inmiddels 68 jaar is. 

Naast de reglementaire leeftijd is er een opbouwpercentage. Dit percentage heeft een maximum.  Het idee achter dit maximum is dat elke regeling is gebaseerd op het idee dat iemand tot zijn of haar 68e opbouwt (de wettelijke leeftijd). Sociale partners mogen besluiten een andere reglementaire leeftijd aan te houden. Het maximale opbouwpercentage is dan wel lager. Zou iemand binnen een regeling met een reglementaire leeftijd van 67 jaar en het opbouwpercentage dat nu bij 68 jaar hoort pensioen opbouwen én het pensioen een jaar uitstellen (tot 68 jaar), dan wordt de opbouw ‘bovenmatig’. Vandaar dat het maximale opbouwpercentage voor regelingen met een lagere reglementaire leeftijd lager is. 

Pensioenfonds Vervoer wilde graag de maximale opbouw kunnen bieden. Daarom is gekozen voor 68 jaar.  

Verder is het goed te weten dat het opbouwpercentage in een regeling niet per definitie het maximum percentage is dat is toegestaan bij een bepaalde reglementaire leeftijd. Er is een relatie tussen het opbouwpercentage en de franchise. De franchise is het deel van het salaris dat niet meetelt voor de opbouw. Hoe hoger de franchise, hoe minder salaris meetelt voor de opbouw. Om dit te compenseren, is er bij een hogere franchise vaak een hoger opbouwpercentage. De franchise en opbouwpercentage zijn dus communicerende vaten. Die relatie tussen franchise en opbouwpercentage heeft de fiscus ook aan banden gelegd. Het opbouwpercentage mag niet hoog zijn in combinatie met een lage franchise. Dan wordt namelijk de premie te hoog en loopt de fiscus weer belasting mis.

Een ander argument om te kiezen voor 68 jaar heeft te maken met het partnerpensioen. Als iemand tot zijn of haar 68e pensioen kan opbouwen, is er ook een hoger partnerpensioen. Als iemand overlijdt tijdens het dienstverband, wordt de uitkering aan de achterblijvende partners namelijk berekend alsof de deelnemer niet zou zijn overleden en tot zijn of haar 68e had doorgewerkt en pensioen opgebouwd. 

Een praktisch punt als een pensioenfonds kiest voor de AOW-leeftijd als reglementaire leeftijd: de AOW-leeftijd levert een aantal automatiserings- en communicatie-uitdagingen op. De AOW-leeftijd staat immers voor het grootste deel van de deelnemers nog niet vast. Deze staat slechts voor de komende paar jaar vast. Wat ga je dan voor die deelnemers uitrekenen en communiceren? 

Bij Pensioenfonds Vervoer leggen we minder de nadruk op de reglementaire leeftijd en stimuleren we iedereen zelf te bepalen wanneer je het pensioen in wilt laten gaan. We laten op steeds meer plekken het pensioen zien op de (verwachte) AOW-leeftijd. Dit staat bijvoorbeeld als extra bedrag op het pensioenoverzicht. En in de mijnomgeving van Pensioenfonds Vervoer is de AOW-leeftijd de start als iemand gaat plannen voor zijn of haar pensioen."